Terug in de Tijd
Telkens als ik terug ga in de tijd…
raak ik mijn
evenwicht kwijt…
… stil te blijven
staan …
bij die zwarte
periode van ons bestaan…
De
razzia’s …, het slaan …, het schoppen…,
de veewagens,
waarin ze ons stoppen …
De trein, waarin ik
nooit meer wil rijden …
Herinneringen…, die
ik wil mijden …
Wat honger met je
kan doen …,
… dàt was te
merken … toen …
We werden niet
alleen broodmager…,
respect,
beschaving…, ‘t wordt vager.
Je wordt
uiteengereten…
In tijd van oorlog
lijkt men wel bezeten.
Je eer…, je
welzijn…, ‘t wordt aangetast.
‘Voor het leven’
met trauma’s belast.
‘k Heb al mijn
geliefden verloren …
De vijand heeft ‘
naar behoren ’
het werk van de
beulen verricht.
Óók mij … hebben ze
ontwricht.
Het leed ‘in één gedicht’ is niet te vangen.
… niet hoe het
voelt … en ook niet ‘ons verlangen’
bevrijd te worden …
van het juk.
Getekend ‘voor het
leven’…, maar niet stùk.
Want hier sta ik,…
fier… rechtop …
Ik kom er nóóit
meer bovenop …
Maar … het leven
heeft véél in petto,
méér, dan het leven
in het getto.
Nù treuren wij … om onze doden …
de misjpooche van òns…wij
Joden…
Wij zijn trots op
ons ‘bestààn’!
Dàt heeft iedereen goed verstaan.
Onderduik
Hij woonde ergens
op één hoog
Stond regelmatig
oog in oog
met de vijand …keer op keer
De dood deed hem
geen zeer
Hij deed het voor
z’n medemens
voor hen, die
waren…ongewenst..
voor wie de deuren
werden gesloten
bespot,
besmeurd…beschoten
Hij liet ze binnen
…één voor één
zo weinig ruimte ..voor
iedereen
met zo vele in
getale …
moest er graan
gemalen
Dat gaf vaak spanning…
om te snijden
met zo velen…niet
te vermijden
Honger, ziekte,
dood alom…
vertrokken…met
stille trom
Voor die aardappels
en dat brood
Die barre
tocht…bekocht met de dood
De spanning voor
het verraad
door marteling
gekraakt
Zowaar…hij wist hen
te behoeden…
De vijand, die kon
niet bevroeden
dat deze stille
held
niet te koop was
met hun geld
Deze mensen in hun
verzet
door onderduik zo
velen gered
Zij zijn de stille
hoeders
van vrede, vrijheid … dwaze moeders
naar hoofdmenu